Keukentermen 4 Flashcards ionicons-v5-c

Magret

eendenfilet

Manier

Met de hand mengen

Marbré

Ongelijk vermengd, doorweven

Marinade

Aromatische vloeistof bestaande uit witte of rode wijn, azijn, kruiden, groenten en olie waarin men producten laat marineren

Mariner

Inleggen in een marinade om het product te verzachten, te aromatiseren en/of te bewaren

Masquer

Een product afdekken om het aan het zicht te onttrekken

Matelote

Stoverij van vis in witte of rode wijn

Matignon

Samenstelling van aromaten die meer smaak geven aan een bereiding, of die dienen als onderlaag of als vulling.

Médaillon

Oester, uit het fijnste deel gesneden – in ronde of ovale vorm gesneden vis, vlees, gevogelte, schaaldieren, ...

Mêler

Het mengen van verschillende producten

Meringue

Eiwitschuim, zowel rauw als kookschuim (italiaans) of bakschuim (duits)

Meringué

Een gerecht afgewerkt met een laag merinque en nadien gedroogd of gekleurd in de oven

Mettre à point

De smaak van het gerecht met kruiding op punt zetten (meer dan assaisonner)

Mie de pain

Vers kruim van wit brood, kan door een tamis gewreven worden.

Mignonnette

Geplette of gebroken peperkorrels

Mijoter

Op een zacht vuurtje, nauwelijks merkbaar, laten pruttelen, sudderen van (meestal) stoverijen.

Mimosa

Garnituur gehakte peterselie en hardgekookt ei

Minute

Kort bereid – kort bereid gerecht

Mirepoix

Samenstelling van grof versneden groenten (ui, wortel) om fond of braadjus aan te maken.

Mise en place

Geheel van voorbereidingen om de dienst vlot en vloeiend te laten doorgaan.

Monder

Het overtollige (meestal pitten en pel) wegnemen

Monter

Opkloppen tot een stevige massa.

Moëlle

Merg

Mortifier

Vlees en haarwild laten besterven om het malser te maken

Mouiller

Toevoegen van een vocht. Een product natmaken – bevochtigen.

Mousse

Fijne, luchtige (schuimige) puree, en zeer licht gerecht

Napper

Koude en/of warme gerechten met een saus overgieten

Stoverij van lams- of schapenvlees

Neige

Splinterijs

Des pommes en neige

Gekookte aardappelen door een tamis gewreven zonder toevoeging van kruiden, melk, ei en boter

Noisette

Klein stukje vlees gesneden uit de filet van kalf, lam of wild

Omelette

Omelet

Panade

Vaste brij om vulsels mee te binden: op basis van bloem, rijst of aardappelen

Paner

Een gerecht van een omhulsel voorzien om het nadien in frituur te bakken

Papillotte

Met olie ingewreven papieren omhulsel waarin kleine stukjes vis, vlees, gevolgelte meestal met andere producten erbij in de oven worden gaargemaakt

Parer

Het in de juiste vorm snijden van producten door overtolligheden weg te snijden

Parfumer

Smaakgevende stof toevoegen

Passer

Zeven, doorsteken, doorzeven

Passer au chinois

Een vloeistof door een puntzeef gieten

Passer au chinois fin

Een vloeistof dor een fijne sauszeef gieten

Passer au passe-vite

Door een roerzeef draaien

Passer au tamis

Door een haarzeef wrijven

Passer à l’étamine

Door een netdoek steken

Pâtisserie

Fijn gebak of banketgebak

Peler

Pellen of schillen van groenten of fruit

Peler à vif

Citrusvruchten pellen of schillen tot op het blote vruchtvlees.

Pelure

Nog bruikbare pellen van producten – pel,schil

Persillade

Grof gehakte peterselie, meestal vermengd met andere producten, voor het afwerken van bepaalde gerechten.

Persillé

Term om vlees aan te duiden waarin kleine stipjes vet zichtbaar zijn – geaderd

Persiller

Overstrooien met gehakte of geconcasseerde peterselie

Piler

Verbrijzelen, fijnstampen

Pilon

Onderbout of ook nog stamper

Pincée

Snuifje, vingergreepje, een kleine hoeveelheid

Pincer

Beenderen bruinen in de oven zonder toevoeging van vetstof.

Pincer

Een deegrand dichtknijpen en terzelfder tijd versieren

Piquer

Besteken of inprikken met reepjes vet spek, hesp, tong, look, truffel

Pluche

Pluksels, blaadjes van bepaalde kruiden die aan een gerecht worden toegevoegd of dienen om ze te versieren

Pocher

In een vloeistof juist onder het kookpunt laten gaar worden

Pocher

Frituuraardappelen laten gaar worden zonder kleuren

Pocher

Bepaalde gerechten in bain-marie in de oven gaarmaken

Poëler

In een gesloten recipient producten laten gaar worden met een hoeveelheid aromaten en vetstof – panbakken

Printanier

Voorjaarsgroentjes of groentebolletjes, gevormd met een speciaal klein lepeltje. Soms versneden in brunoise of losange

Prise

Een beetje, een snuifje (= pincée)

Profiterole

Kleine ronde soesjes, meestal gevuld met puree als garnituur bij soepen(consommés)

Purée

Product dat verkregen wordt door rauwe of gaargemaakte voeding te stampen, te cutteren, te passeren door een tamis of roerzeef.

Quadriller

Het aanbrengen van een Chinese ruit tijdens het roosteren

Quatre épices

Samenstelling van witte peper, gember, nootmuskaat en kruidnagel, meestal gebruikt om pasteien te releveren – vierkruidenmengeling.

Quenelle

Schelpvorm, gevormd met twee lepels van vis, schaal- of schelpdieren, wit vlees, gevogelte. Deze worden gepocheerd in een bouillon of fumet.

Rafraîchir

Verfrissen onder koud stromend water na het blancheren

Ragoût

Bereiding van vis of kleine stukjes vlees met groenten die in een saus worden gaar gemaakt – Ragout.

Ramollir

Boter slapper maken om in een deeg te kunnen verwerken – malser maken.

Monter

Verbeteren en binden van een saus door toevoeging van kleine klontjes boter.